Het is geen marktdag wanneer wij de Van der Pekstraat bezoeken. Daarmee ontzeggen we ons de kans op een hoop gezelligheid. Een markt - tijdelijke plint als het ware - staat garant voor instant sfeerverhoging en levendigheid. Wel krijgen we zo een goed beeld van de straat zoals hij oorspronkelijk is opgezet. Met een brede lege middenberm, oorspronkelijk bedoeld voor wandelaars, een echte promenade. Eén stap terug om de kop van de straat te laten zien. Het Van der Pekplein. In zijn huidige vorm verdient het de naam 'plein' nauwelijks, in onze ogen. Aan de Van der Pekzijde treffen we ter weerszijden van de straat hoekblokken met een knik, die de bezoeker als het ware met open armen ontvangen. Weldoordacht. Maar aan de andere kant is het drie keer niks. Van de beslotenheid die de naam 'plein' suggereert, is geen sprake. Van der Pekpoort was dan nog een betere naam geweest voor deze plek. Maar dat terzijde. Wat direct opvalt aan dit blok is hoe zorgvuldig gerenoveerd het eruit ziet. Let maar eens op het raamwerk. De ruimtes op de begane grond, bestemd voor winkels of werkplaatsen, zijn hier voorzien van boogvormige bovenramen. Betonnen aanzetstenen ondersteunen het metselwerk van de boog. Qua kleurstellingen doet dit geheel ons sterk denken aan het fort van Sjako in de Javastraat: bruinrode baksteen, okergeel en donkergroen schilderwerk, sobere bouw ook. In de Van der Pekbuurt (zoals het tuindorp onofficieel heet) zijn de drie okergeel geglazuurde dubbele banden bakstenen in het metselwerk, die zich op ooghoogte door de hele buurt uitstrekken, een zeer onderscheidend kenmerk. Een ander kenmerkend element zijn de uitspringende portieken (een contradictio in terminis vinden wij) met de rode pannen die ook de daken bedekken. Hier, langs het begin van de Van der Pekstraat, worden ze verbonden met drempels die - tamelijk zieltogende, maar dat kan aan het seizoen liggen - geveltuintjes afbakenen. Dit is tuindorp op zeer kleine schaal. Ook de zogeheten dubbele topgevels waarvan er hier eentje bruut door de foto wordt afgesneden, horen bij de vormentaal van deze buurt. Vanaf de Van der Pekstraat hebben we uitzicht op de zijstraatjes. De knik die we al zagen op het Van der Pekplein zet zich voort. De dorpse uitstraling is onmiskenbaar. Bijna de hele buurt telt twee verdiepingen plus een zolder. Slechts op enkele markante plekken (zoals het plein) is er een etage toegevoegd. Merk op dat de vensters hier weliswaar grotendeels hun oorspronkelijke uiterlijk hebben behouden, maar dat de roeden in de bovenramen ontbreken. De gangen (zoals we dat noemen) die achterlangs toegang geven tot de tuinen, zijn om veiligheidsredenen afgesloten middels draadhekken met een deur die op slot zit. De tuinen zijn al lang privé, niet meer gemeenschappelijk. Schuurtjes zijn kennelijk nog wel toegestaan. Ze zien er wel reuze gereguleerd uit. De uitspringende portieken in het tuindorp komen in drie varianten. Dit is de tweede variant, de ondiepe, zonder zijraampje. We merken ook op dat de renovaties in deze buurt verschillende varianten kennen. Hier zien we dat het houtwerk wit is in plaats van okergeel. De ramen zijn voorzien van kunststoffen kozijnen. Het dakje van de portiek heeft geen rode dakpannen maar bitumen shingles. De deuren zijn blauw, terwijl we ze eerder donkergroen zagen. We komen bij het eerste winkelblok. De etalage van Trench Art (loopgravenkunst) ziet er niet direct heel aanlokkelijk uit. Tattoos, design, kunst en kleding biedt men aan; dat klinkt een stuk gevarieerder dan de eerste blik op de winkelruit prijsgeeft. Net als de winkel ernaast, de Schoenmakerette, met een kapstok vol uitbundige sloffen op de stoep, is dit nieuwe middenstand. Beide zitten minder dan een jaar op deze plek. Een opvallende stijlbreuk in deze gevels: de kenmerkende horizontale gele baksteenlijnen zijn hier niet! De winkelblokken hebben ook weer een etage extra, net als die op het Van der Pekplein. Maar niet van die charmante boogramen. Een blik op de overkant laat het beter zien: Dit zijn in onze ogen behoorlijk schrale gevelwanden. De renovatie heeft daar ook aan bijgedragen. Wederom kunststoffen kozijnen, de roedeverdeling daarmee verdwenen, en de dakkapellen lijken wel een nieuwe toevoeging, hoewel ze er oorspronkelijk wel degelijk bij hoorden. Maar toevallig wél vier horecagelegenheden op rij. Aan een natje en droogje ontbreekt het niet. Terug naar ooghoogte. Een fotogenieke opstelling van negerpop (doll of color?) in kinderstoeltje en peuterlaarsjes. Veel van de nieuwe winkels lijken zich op een niche te richten. Nu maar hopen dat de doelgroepen de weg weten te vinden naar deze straat. Maar opnieuw worden we afgeleid. Als we rechts de Heijmansweg inkijken, gloort daar een plantsoenachtig iets, een open ruimte. En jawel, een echt plein, omsloten door bebouwing, met veel groen. Een deel van het plein is ingericht als speelplaats, met zelfs nog een vijftiger jaren Aldo van Eyck-klimrek. Het stedenbouwkundig plan voor de De Van der Pekbuurt, ook bekend als Bloemenbuurt, was al gereed in 1916. Maar het zou nog tot 1926 duren voordat het wijkje af was. Intussen, in 1919, was de man die zowel het stedenbouwkundig plan als de architectuur voor zijn rekening nam, Jan Ernst van der Pek, overleden. Hij heeft het eindresultaat niet kunnen bewonderen. Wél kreeg de hoofdstraat en de buurt zijn naam. Volgens ons is dit de enige buurt in Amsterdam die naar een architect is vernoemd. Net als andere tuindorpen in Noord was ook deze wijk bestemd voor met name de arbeiders uit de omliggende scheepsindustrie. Voorzover wij hebben gezien - we kwamen voor één straat - is de Van der Pekbuurt meer dorp dan tuin, in vergelijking met de andere tuindorpen in Noord. Op een paar plekken springen kleine blokjes wat terug ten opzichte van de buren. Hier met een winkeltje dat de hoek omgaat. Zo'n relatief simpele ingreep, de rooilijn in een rechte straat onderbreken met een stukje een stapje terug, vinden wij als voetgangers een prettig effect geven. Heel wat minder prettig is de vorm van street branding waar men in de Van der Pekstraat voor heeft gekozen: lange bronsgroene armen met winkeltasjes in de hand, die uit de muur groeien. Ze vloeken echt met de vormentaal van de gebouwen waarop ze zijn aangebracht. En groeiden ze nou nog écht uit de muren, maar neen, ze zitten met een bijzonder knullige kunststof ring tegen de muur geschroefd. In de Beethovenstraat zagen wij ook - in een heel andere vorm - een dergelijk moeizaam wringende poging tot street branding. Het tot treurigheid stemmende Mosplein waar de Van der Pekstraat op eindigt besparen we u. We lopen langs de overkant weer terug. Geen marktdag, maar toch één dappere marktkraam: de kaasboer. Zonder klandizie helaas. Het is trouwens sowieso zeer rustig deze donderdagmiddag. Hier ook goed te zien de andere dakvorm (naast de topgevels) die Van der Pek toepaste: zadeldaken met wolfseinden, zoals de architectuurhistorici ze noemen. Zelf noemen we ze schaapskooiluifels. Wolf dan wel schaap: een landelijke associatie. Een Canta op de stoep. Geen mooiere manier om aan te geven dat de woonfunctie in deze straat toch wel nummer één staat. Daarachter een paar zitbanken, die weer zo'n terugspringend blokje markeren. Boompjes erbij, het ziet er logisch en vertrouwd uit. Beslist uitnodigend ('s zomers) om even te verpozen. Het nummerbordje naast de deur is zeer 1925. Jammer dat we van de kozijnen niet kunnen zeggen. De eigenaar van de Canta zal waarschijnlijk weinig affiniteit hebben met de inline skates speciaalzaak die zich naast zijn woning bevindt in het terugspringende blok. Van een winkeltje als dit kunnen wij ons heel goed voorstellen dat zij hun publiek vanuit heel de stad trekken. Bij dit hoge blok krijgen we toch sterk de indruk dat we niet meer met een renovatie van doen hebben, maar met een complete herbouw uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Dat zou kunnen, want in de tweede wereldoorlog werd dit stuk van de buurt, vooral rechts van dit pand, getroffen door geallieerde bommen die bedoeld waren voor de Fokkerfabriek. We horen graag of hier inderdaad sprake is van herbouw. Hoe het ook zij, een weinig inspirerend stukje, ondanks de op zich wel handige wasserette/stomerij en fietsenwinkel. En dan zien we - geheel onverwacht, oftewel zo weinig voorbereid - dat restauratie en renovatie nog in volle gang zijn! Een partij hekken levert natuurlijk geen gezellige plint op, maar valt in het niet bij ons grote genoegen als we zien dat hier dezelfde zorgvuldigheid betracht wordt die we helemaal aan het begin ook zagen. Kleuren, ramen met roeden, dakkapellen, rode dakpannen ook boven de portieken. Goed werk. Om de hoek bij de Oleanderstraat staat een pand zelfs nog in de steigers. Hier ook een voorbeeld van de derde variant van uitspringende portiek: deuren aan de dwarse kant, in plaats van aan de voorkant. Maar, nu we toch bezig zijn, er valt nog iets op. Is Ymere (de hier heersende woningcorporatie) bezig ons een zuinigheidsloer te draaien? Het blok langs van de Van der Pekstraat, rechts, heeft de ramen met de oorspronkelijke verdeling. Maar het Oleanderblok waar de mannen aan het werk zijn, heeft strakke (goedkopere) ruiten. Terwijl de boel al wel in de lak staat. Nog een laatste op de vierkante millimeter dan. Op de hoek van de Anemoonstraat (de overkant van de foto aan het begin van dit artikel). Mooi, die ramen en raampjes. Heerlijke portiek. Hadden we al gezegd dat we gecharmeerd zijn van de schuine hoekramen? Het ziet er beslist zeer verzorgd uit.
Alleen.. waarom zijn de kozijnen en daklijsten hier nu weer wit? De deskundigen lijken het niet echt te weten: "Oorspronkelijk hadden deze een andere, vermoedelijk gele kleur" (bron: De Van der Pekbuurt in detail, gemeente Amsterdam, 2013). Vermoedelijk! Is een eenvoudig archeologisch afschrapen van de verflagen dan zo moeilijk? Of de aantekeningen van Van der Pek nakijken? Ons maakt het niet uit, geel of wit, maar maak een keuze. De architect heeft deze buurt zó als een eenheid weten te ontwerpen, probeer die dan ook bewaren. Het begin van deze laatste alinea is overigens gelogen, want één der auteurs heeft een gruwelijke hekel aan okergeel. Resumerend: hoe gezellig is het in de Van der Pekstraat, zonder markt? Eh, tja. Eigenlijk waren we vanaf de hoek Van der Pekplein vooral gefascineerd door de zeer sobere, maar toch wel knusse architectuur van de buurt als geheel. En hoe die al of niet mooi behouden wordt. Het wandelen door de straat, met een kijkje zijwaarts beviel ons prima. Het was kennismaking. Van de winkels en winkeltjes waren we niet heel erg onder de indruk. Veel zagen eruit als probeersels. Omdat de renovatie nog steeds gaande is, verkeert de bevolking ook nog in fluïde toestand (protesten van studenten die hun tijdelijke bewoning moeten verlaten omdat hun woningen opgeknapt gaan worden - tja). Er lijkt in deze straat nog geen sprake te zijn van een duidelijke afstemming tussen vraag en aanbod, voorlopig. Kortom, meer een excursie dan het ontdekken van een straat waar we vaak willen terugkeren.
0 Reacties
|
Hoofdstukken
Alles
Hoofdstukken1 Achtergrond 1
2 Achtergrond 2 3 Osdorpplein 4 Jan Evertsenstraat 5 Rijnstraat 6 Oostpoort 7 Kinkerstraat 8 Czaar Peterstraat 9 Beethovenstraat 10 Burg. de Vlugtlaan 11 Krom Boomssloot 12 Javastraat 13 Van der Pekstraat De auteursMario de Jonker |