De directe aanleiding om de Kinkerstraat te bezoeken, lag in de aankondiging dat de oostzijde van de straat (tussen Bilderdijk en Nassaukade) een nieuw straatprofiel ging krijgen. Op de foto boven de oostzijde in de oude staat, hieronder een artist's impression van het nieuwe profiel, ruwweg vanuit hetzelfde standpunt. Verkeerstechnisch gaat er heel wat veranderen, dat wordt niet helemaal duidelijk uit de compositietekening hierboven. Dit stuk straat wordt éénrichtingsverkeer (alleen nog richting stad), net als de rest van de Kinkerstraat. De auto's gaan rijden over de trambaan - een bijzondere beslissing, waartegen dan ook direct door het GVB beroep werd aangetekend (vergeefs). Er zullen ook geen parkeerplaatsen meer zijn in dit stuk van de straat; auto's gaan geparkeerd worden in parkeergarages. De voormalige rijstroken worden fietspaden. Er blijven nog wel los- en laadplekken voor de winkels gereserveerd. Bij de omwonenden en betrokken middenstanders werd uitgebreid gepeild wat zij wel en niet zouden willen met dit stuk straat. Aan bankjes op de stoep had men geen behoefte, maar zoals u ziet zijn deze wel in het plan opgenomen. De fietsers en voetgangers worden de grote winnaars bij de herprofilering. De fietsparkeerplekken, die wel in het plan zijn opgenomen, zien we niet op de tekening. Voor het plaveisel is de voor heel Amsterdam geldende 'Puccini methode' toegepast. De stad is ingedeeld naar een aantal buurttypes, over het algemeen samenhangend met de bouwperiode, met de daarbij toegestane keuzes voor het plaveisel. In dit geval: roodbruine baksteen voor de stoepen, rood asfalt voor de fietspaden en grijs asfalt voor trambaan/autobaan. De detaillering gaat nog veel verder, maar die besparen we u. Eigenbouw, speculatiebouw, revolutiebouw: het zijn de synoniemen die kenmerkend zijn voor een aantal buurten in de 19e-eeuwse gordel, de eerste grote uitleg van de stad buiten de oude vestingwal, de Singelgracht (Nassaukade, Stadhouderskade, Mauritskade). De Pijp en de Kinkerbuurt zijn de bekendste voorbeelden van dit type stadsuitbreiding. De 19e eeuwse gordel is losweg gebaseerd op het plan van J. Kalff uit 1875-1876. Kalff was directeur van de dienst Publieke Werken. Er waren al enige ontwikkelingen gaande toen dit plan werd geaccordeerd door de gemeenteraad, zoals de Vondelbuurt, de Plantage en enige bebouwing uit het mislukte plan Sarphati. Die gebieden betroffen echter vooral kleinschalige projecten voor woningen en voorzieningen ten behoeve van de gegoede burgerij. Terwijl het nijpende probleem; de met arme arbeiders overvol rakende stad binnen de oude vestingwal, opgelost diende te worden. Het overkoepelende plan kwam dan wel uit de koker der lokale ambtenarij, de uitvoering werd overgelaten aan het particulier initiatief. De stad zelf had geen geld en bovendien heerste in de tweede helft van de 19e eeuw een vrij streng-liberale orthodoxie in de politiek. Grondeigenaren (de erfpacht bestond nog niet), hypotheekbanken en enkele gewone banken leenden geld aan particuliere huizenbouwers. Dezen op hun beurt verkochten de vers opgetrokken panden zo snel mogelijk met een mooie winst aan vastgoedeigenaren die de panden gingen verhuren. Om de kosten zo laag mogelijk te houden en de winst daarmee te verhogen, werd gebruikt gemaakt van standaardplattegronden en -bouwelementen. Er werd allengs meer en meer beknibbeld op de deugdelijkheid van de bouwconstructies, wat in sommige gevallen leidde tot het instorten van panden nog tijdens de bouwwerkzaamheden. De aanvankelijk behaalde grove winsten lokten zelfs winkeliers, die niets van bouwen afwisten, achter hun toonbank vandaan om als “eigenbouwer”– een woord van onverdedigbare samenstelling, maar door de spraakmakende gemeente uitgevonden en geijkt – hun geluk te beproeven. Nieuwbakken grondeigenaars werkten door de bekende praktijken die neiging in de hand, en het tijdvak van den vermakelijk als “revolutiebouw” gekenschetste bouwwoede was aangebroken. (Algemeen Handelsblad, 27-9-1885) De eigenbouwers of speculatiebouwers bouwden enkele huizen, of dubbele, of kleine rijtjes, zoals in de foto hierboven te zien is. Het stratenplan van Kalff was geënt op de bestaande rooilijnen (in dit geval meestal de sloten die de landerijen van de boeren van elkaar scheidden) ter vereenvoudiging van onteigeningsprocedures. Lange rechte straten zonder groen. De breedte van de straten werd in een aantal gevallen verkleind om de huizenbouw te kunnen verdichten. Vanwege het toepassen van standaardelementen ontstonden er eenvormige gevelrijen. De plattegronden, met een alkoof in het midden van een verdieping, leenden zich al snel tot splitsing, waardoor het in Amsterdam bekende 'driehoog achter' ontstond: de halve woning. Zo werden onder andere de Kinkerbuurt en de Pijp in no-time opgetrokken in de laatste twee decennia van de 19e eeuw en de eerste paar jaar van de 20e. De slechte bouwkwaliteit wreekte zich in de jaren erna. In de jaren vijftig en zestig van de 20e eeuw was de verkrotting zover gevorderd dat overwogen werd om de buurten helemaal te slopen en tot nieuwbouw over te gaan. Tegenwoordig noemen we zo'n gevelwand als hierboven minstens karakteristiek. Maar onder architecten en bouwkundigen werd deze revolutiebouw al vanaf het begin verguisd. De herwaardering is pas laat gekomen. In de Pijp struikelt men inmiddels over de 'gezelligheid' en is de gentrificatie bijna compleet. Dat is in de Kinkerbuurt nog iets minder het geval. De plint is van een kenmerkende rommeligheid. In de oorspronkelijke panden overheerst de hoogst individuele invulling van de begane grond. En ja, er is ook leegstand. Ook opvallend: twee juwelierszaakjes bijna naast elkaar. Er zijn veel juwelierswinkels in de Kinkerstraat. De uiteinden van de Kinkerstraat (van Bilderdijk naar Nassaukade en van Jan Pieter Heije naar Kostverlorenkade) hebben een nogal aarzelend karakter, zoals op deze foto te zien is. De Italiaanse thuisbezorger, de wassalon en de fietsenhandel hebben er hier weinig aan gedaan om hun etalages uitnodigend te maken voor de voorbijganger. Nog zo'n thuisbezorger, een Indiaman, in het stuk richting Nassaukade. Door de hele straat heen valt op hoe de puien een enorme variatie tussen verval en vernieuwing vertonen. De vensterbank van Tandoori Express heeft zwaar te lijden gehad onder het jarenlange geschuur van rijwielen. Dat elk pand hier nog steeds zijn eigen particuliere eigenaar heeft, is duidelijk. De winkelstraatmanager heeft een zware dobber aan zo'n lange straat. Dan door naar het centrale deel van de Kinkerstraat, tussen Bilderdijk en Jan Pieter Heije. Hier is de straat volledig schizofreen geworden, zoals duidelijk wordt uit onderstaande foto's, die de twee wanden laten zien: We noemden het al eerder: vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw gingen er veel stemmen op om de Kinkerbuurt te slopen, vanwege de bijzonder slechte staat waarin de bebouwing verkeerde. En vanaf het eind van de zeventiger jaren gebeurde dit daadwerkelijk met het zuidelijk deel van de Kinkerbuurt. Het karakter van de zuidwand van de Kinkerstraat is daarmee compleet anders geworden dan de noordwand. Om meer woonruimte te creëren steken de gevels nu tot aan de straat; daaronder arcades met winkels die de oorspronkelijke rooilijn volgen. Er werd zoveel mogelijk 'voor de buurt' gebouwd: de nieuwe woningen dienden voorzover mogelijk betaalbaar te blijven voor de oorspronkelijke bewoners. Die bewoners waren dan ook grotendeels blij met hun nieuwe Kinkerbuurt-zuid: niet meer die oneindig steile smalle trappen en tochtige, vochtige, gehorige woningen met beroerde sanitaire voorzieningen. Dit in tegenstelling tot krakers en hun medestanders, die zich hevig verzetten tegen de stadsvernieuwing. De sfeer van de 19e eeuwse revolutiebouw is volledig vervangen door 'gewone' sociale nieuwbouw naar de mode van de laat 70-er tot begin 90-er jaren, die we in vele wijken in vele steden tegenkomen (net als 19e eeuwse revolutiebouw trouwens). Het zal wel weer een jaar of honderd duren voordat we met nostalgische blik door de Kinkerbuurt-zuid dwalen. We vermoeden dat de bouwkundigen welbewust hebben gepoogd om her en der het lange eentonige straat- en gevelpatroon achter de Kinkerstraat te doorbreken. Waarbij aangetekend dat bijvoorbeeld in de Jacob van Lennepstraat, een stukje verderop, nieuwbouw is gepleegd die wel degelijk probeert aan te sluiten bij de sfeer van de oorspronkelijke bouw. Hoe het ook zij, de plintervaring in de Kinkerstraat is hiermee heel dubbel geworden. Fietsen en winkelafval belemmeren her en der de vrije doorgang. Het meeste gemopper van de gebruikers van dit deel van de straat betreft echter het fietspad, dat aan de andere kant van de pilaren loopt. Door die pilaren is het lastig te zien of er fiets- of scooterverkeer aankomt, wanneer je wilt oversteken. Anders dan de luifels in de Jan Evertsenstraat, hebben de Kinkerarcades genoeg lichtinval, althans, zo voelt het. Ze zijn net wat hoger. Zelfs vanaf de overkant zag de kookwinkel er aanlokkelijk genoeg uit om een oversteekje te maken. De kookwinkel is ook typisch zo'n winkel (vooral door het overweldigende assortiment) die zich leent tot een bezoek van buiten de buurt. Eén van de uitzonderingen, want het grootste deel van het aanbod komt buurtgebonden over. De Kinkerstraat was ooit één der belangrijkste winkelstraten van de stad, maar dat is voorbij. En dankzij het éénrichtingsverkeer is het ook geen doorgaande verbinding van en naar de stad meer. Een stadsstraat van meer dan een kilometer lengte, met aan beide zijden onafgebroken winkelruimte die alleen nog de buurt hoeft te bedienen - een lastige propositie. Na het passeren van de Jan Pieter Heijestraat, vinden we het andere uiteinde van de straat. Al even aarzelend als het stukje tussen Bilderdijk en Nassaukade. Ook hier een wassalon. Met de geparkeerde fietsen en auto's en het van buiten binnenkomende verkeer ziet het er hier behoorlijk vol uit, weinig voetgangersgezind. 'Wat doe ik hier?', is het gevoel dat ons bekruipt bij dit gedeelte. Aan de overkant, hetzelfde stukje, worden we alsnog beloond met deze prachtige bruidsjaponnen. We zagen in Osdorp ook al zo'n winkel. Ja, ook in de Kinkerstraat komen we behoorlijk wat allochtone neringen tegen. De buurtbevolking is in deze buurt wel aanzienlijk autochtoner dan rond het Osdorpplein of de Jan Evertsenstraat. Dit moet beslist de kleinste Praxis-vestiging in Amsterdam zijn. We kennen de doe-het-zelf- en bouwmarkten eigenlijk alleen van de stadsranden, met grote parkeerplaatsen voor de winkelende klussers. Deze is dan wel zo vertederend. Het hoeft geen betoog dat naast alle kleine ondernemingen de bekende ketens allemaal zijn vertegenwoordigd zijn in deze lange straat. Beslist handig. In het beeld hierboven drie puienstadia die we tegenkomen in de straat: een ter ziele gegane hairstudio, een gloednieuwe pui (nieuwbouwpand ook) van Polette, voorheen de Rabobank, en een taai volhoudende juwelier die al heel veel voorbij heeft zien komen in de Kinkerstraat: Nusselein. Illustratief voor de staat van flux waarin de straat verkeert. Deze winkelruimte wordt gerenoveerd. Maar is het nu dezelfde winkel die haar voorraad verkocht tegen bodemprijzen? Of is die winkel opgedoekt en wordt de ruimte gereedgemaakt door of voor een nieuwe huurder? Onduidelijk. Wat wel duidelijk is dat er regelmatig winkels verschijnen en verdwijnen die partijgoederen (kleding, boeken, wat dan ook) in de aanbieding hebben. Het totale beeld van de Kinkerstraat is voor de voetganger bijzonder gevarieerd, chaotisch zo u wilt. Ondanks de heftige gedaanteverandering aan de zuidzijde heeft de straat haar volkse karakter niet verloren. Er is voor elk wat wils, voor het grootste deel in het lagere prijssegment. En ondanks de her en der dichtgetimmerde dan wel weinig uitnodigende winkelpuien en etalages, is de straat wel bijzonder levendig. Zal de straat overleven? Tja, dat heeft ze al meer dan een eeuw gedaan. Bovendien, we kunnen er niet omheen, er is een paar jaar geleden een grote attractie bijgekomen, zij het niet aan de straat maar net ernaast. De Hallen, de voormalige tramremise, die verstopt ligt tussen Ten Katestraat, Tollensstraat en Bellamyplein. Na jaren- en jarenlang gesteggel (veel stadsdeelpolitiek) is het complex dan toch gerestaureerd en 'bevolkt' met horeca, filmtheater, bedrijfsruimtes en hotel. Het succes is voorlopig doorslaand. Vrijwel iedereen (wij ook) is het erover eens dat het 'mooi gedaan' is.
Is dit nu een uiting van, of voorbode op de verdergaande gentrificatie van de buurt? Wij vermoeden in elk geval dat het karakter van de plint in de Kinkerstraat de komende jaren zal veranderen. Zeker als we tot onze schrik zien wat er zich naast de Hallen voltrekt op het gebied van - in onze ogen architectonisch volstrekt misplaatste - woningbouw:
0 Reacties
|
Hoofdstukken
Alles
Hoofdstukken1 Achtergrond 1
2 Achtergrond 2 3 Osdorpplein 4 Jan Evertsenstraat 5 Rijnstraat 6 Oostpoort 7 Kinkerstraat 8 Czaar Peterstraat 9 Beethovenstraat 10 Burg. de Vlugtlaan 11 Krom Boomssloot 12 Javastraat 13 Van der Pekstraat De auteursMario de Jonker |